Zoek op bestemming


Zoek op recept


Wonderlijke wadexcursie op Waddeneiland Ameland

Wonderlijke wadexcursie op Waddeneiland Ameland

Het is een heerlijk Hollands plaatje vandaag. Witte wolken contrasteren met de cyaanblauwe lucht en weerkaatsen op het glinsterende Wad van Ameland. ‘Daar gaan we naartoe’. Gids Wessel van Natuurcentrum Ameland wijst in de verte naar zwarte oesterbanken. Hij is goed voorbereid met zijn hoge groene lieslaarzen, een schepnet en een 4-tands spitvork in de hand, dat bedoeld is voor het omspitten van kleiachtige grondsoorten. We zitten op de dijk bij Buren met schone gympen aan de voeten en onze sokken opgetrokken over de broekspijpen. Ondanks het laagtij zien we heel wat geulen in de zee waar we straks doorheen moeten waden op weg naar de oesterbank in de verte. Vol goede moed en met een gezonde dosis nieuwsgierigheid volgen we de gids het wad op. Onze gympen zakken direct weg in het glibberige slik. Met een zuigend geluid trekken we de voeten uit de grond en balanceren stap voor stap verder, de bodem van de Waddenzee op. In 2009 is de Waddenzee gekroond tot Unesco Werelderfgoed en kun je hier een unieke ervaring beleven, aangezien de Waddenzee de enige zee is waar je over de bodem kunt lopen.

Onze excursie start om 15:30u bij laag water. Om de 6 uur en 12 minuten wisselen de getijden elkaar af, waarbij er ongeveer 1,5 meter verschil is tussen hoog- en laag water. We hebben dus wel even de tijd om het wad te ontdekken. De kinderen die mee zijn met de excursie vangen in de tussentijd van alles met het schepnet waar gids Wessel uitleg bij geeft. Triomfantelijk houdt één van de kinderen een krabbetje omhoog. ‘Een krab heeft longen en kieuwen en kan zowel in de zee als op het droge leven. Een krab houdt niet van plankton maar is qua eten verder niet zo kieskeurig en verorberd het liefst een dode zeehond. Daarnaast heeft een krab goede ogen op steeltjes, waarmee het 360 graden rondom kan kijken.’ Nadat we hebben geconcludeerd dat het om een vrouwtjeskrab gaat, vanwege de brede en ronde buik met de vorm van een bijenkorf, krijgt het haar vrijheid terug en graaft zich met haar acht poten en twee scharen snel de bodem in. Een mannetjeskrab herken je aan een spitse buik, smal en rechthoekig als een vuurtoren.

Op zoek naar de wadpier wordt de 4-tands spitvork diep in het wad gestoken voor een hap uit de bodem. We zijn hun uitwerpselen, die eruit zien als hoopjes opgerolde zandslierten dat net wormen lijken, al veelvuldig tegengekomen. Na vijf pogingen vinden we een kleine wadpier die toch echt het liefst zo snel mogelijk weer in de bodem kruipt, heimelijk verstopt voor zijn vijanden zoals de zon, de vogels of de mens (die het gebruikt als voer om te kunnen vissen). De collectie met gevonden dieren op de bodem van de Waddenzee is inmiddels aangevuld met een kleine platvis en een zeester, die kortdurend bewaard worden in een gele bak met zeewater om ze te kunnen bewonderen.

‘De kans dat je een exemplaar vindt met een parel is 1 op de 10000.’ We kijken uit over een surrealistisch landschap van zwarte golvende oesterbanken. Oesterschelpen in allerlei vormen en maten en met vlijmscherpe randen liggen prinsheerlijk op een bedje van donker wier. Zestig jaar geleden zijn de laatste oesters uit de Waddenzee gevist en is de exotische Japanse oester ervoor teruggeplaatst. Deze legt veel eitjes en heeft geen vijanden. ‘Weten jullie wat de truc van meeuwen is om de oesterschelpen open te krijgen?’ vraagt gids Wessel. Met een bedenkelijk gezicht kijken we hem aan. ‘Meeuwen gooien de oesters van grote hoogte op de dijk om ze te kunnen openen, dus wees gewaarschuwd. Krabben komen via de gaten van de oesterschelp binnen om ze op te eten, een stuk veiliger.’

De wadexcursie loopt ten einde. Op de weg terug naar de dijk komen we langs bruine heuvels. De gids instrueert in het natte gedeelte te blijven en vooral niet in de bruine ‘bollen’ te stappen. Het blijkt rijk aan fytoplankton te zijn (microalgen in het water), wat zuurstofarm is, vandaar de bruine kleur. Je kan er diep in wegzakken, dus luisteren we braaf en volgen het water van de geul. Onze schoenen en sokken zijn namelijk al vies genoeg. Zo’n excursie, je moet er wad voor over hebben.


Natuurcentrum Ameland organiseert wadexcursies in Buren aan het einde van de Reeweg en in Hollum aan het einde van de Pietje Miedeweg. De excursie duurt 1,5 uur waarbij het verplicht is om laarzen of dichte schoenen te dragen.


Bloeiende paarse heide in Nationaal Park Veluwezoom

Bloeiende paarse heide in Nationaal Park Veluwezoom

Het gouden uurtje in Cassis

Het gouden uurtje in Cassis